In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
We gaan starten!
Neem op tafel:
Boek A+B
Binas
Pen
Rekenmachine
Geodriehoek
potlood
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma
Huiswerk controle
Leerdoelen
Instructie (uitleg)
11.3 maken
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Maak 11.1 en 11.2 af, lees 11.3 door
Leg boek A op tafel zodat ik kan zien of je klaar bent.
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Je kunt de waarde van een weerstand berekenen.
Je kunt een stroom-spanningdiagram tekenen.
Je kunt een stroom-spanningdiagram aflezen.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen: Je kunt
beschrijven hoe de weerstand van een NTC verandert als de temperatuur verandert.
beschrijven hoe de weerstand van een LDR verandert als de sterkte van het licht verandert.
de werking van een variabele weerstand uitleggen.
Slide 5 - Tekstslide
11.3 Variabele Weerstanden
Slide 6 - Tekstslide
Een temperatuursensor: NTC
NTC (Negatieve Temperatuur Coëfficiënt),
is gevoelig voor?
Veranderingen in de temperatuur.
Temperatuur stijgt -> Weerstand kleiner
Gebruikt in?
computers om oververhitting tegen te gaan.
automatisch weerstation
Thermometers en thermostaat
NTC
Slide 7 - Tekstslide
Om de temperatuur in een sauna te regelen wordt een NTC gebruikt. Als de weerstand op de NTC groter wordt
A
Dan is de temperatuur in de sauna gedaald
B
Dan is de temperatuur in de sauna gestegen
Slide 8 - Quizvraag
In een diepvries wordt een NTC gebruikt als temperatuurregelaar. De NTC heeft bij −10 °C een waarde van 2000 Ω.
Hoe groot is de weerstand van de NTC bij −20 °C?
A
Groter dan 2 kΩ
B
Even groot als 2 kΩ
C
Kleiner dan 2 kΩ
Slide 9 - Quizvraag
NTC
Temperatuurafhankelijke weerstand
Temperatuur omhoog = weerstand omlaag
Wordt gebruikt als temperatuursensor
Slide 10 - Tekstslide
LDR: Light Dependent Resistant
LDR is gevoelig voor licht
Hoe meer licht er op de LDR valt:
des te kleiner is zijn weerstand, en
des te groter is de stroomsterkte die de stroommeter aangeeft.
Gebruikt in?
Buitenlampen
camera met flitser, telefoonscherm
Slide 11 - Tekstslide
Rauf heeft een LDR aangesloten op een spanningsbron. De LDR ligt in een donkere kamer. Rauf neemt de LDR mee naar buiten.
Hoe verandert de weerstand van de LDR?
Slide 12 - Open vraag
Wat gebeurt er met de stroomsterkte wanneer die LDR in het licht is?
Slide 13 - Open vraag
LDR
In het donker is de weerstand hoog -> lage stroomsterkte
in het licht is de weerstand laag -> grote stroomsterkte
Wordt gebruikt als een lichtsensor
Slide 14 - Tekstslide
Variabele weerstand
Weerstand die je in kan stellen
Hiermee bepaal je de stroomsterkte (want voltage staat vast)
Zit bijvoorbeeld in een dimmer of mengpaneel (schuifjes)
Slide 15 - Tekstslide
Ingrid heeft een doosje met een heleboel weerstandjes van 100 Ω, 200 Ω en 500 Ω.
Voor een proef heeft ze een weerstand van 900 Ω nodig.
Hoe kan ze zo’n weerstand maken met zo weinig mogelijk weerstandjes uit het doosje?
Symbool
Schuifweerstand
Slide 16 - Tekstslide
Wendy doet een practicum met een elektromotor en een schuifweerstand. Ze kan met de schuifweerstand de snelheid regelen waarmee de elektromotor ronddraait. Ze wil de elektromotor zo langzaam mogelijk laten draaien.
De weerstand van de schuifweerstand moet dan zo ..... mogelijk zijn.
A
groot
B
klein
Slide 17 - Quizvraag
Samenvatting:
Een NTC kun je gebruiken als temperatuursensor.
Wordt de temperatuur van een NTC hoger, dan wordt de weerstand kleiner.
Wordt de temperatuur van een NTC lager, dan wordt de weerstand groter.
Een LDR kun je gebruiken als lichtsensor.
Valt er licht op de LDR, dan is de weerstand klein.
Is het donker bij de LDR, dan is de weerstand groot.
Een schuifweerstand is een regelbare weerstand (variabele weerstand).
Met een schuifweerstand regel je de stroomsterkte.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak paragraaf 11.3
Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil
oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen
groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Afsluiting: we weten.................
Je kunt beschrijven hoe de weerstand van een NTC verandert als de temperatuur verandert.
Je kunt beschrijven hoe de weerstand van een LDR verandert als de sterkte van het licht verandert.
Je kunt de werking van een variabele weerstand uitleggen.
Slide 20 - Tekstslide
Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?
Slide 21 - Woordweb
Waar wil je nog extra uitleg over?
Slide 22 - Woordweb
Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan